Geleidehonden zijn topsporters onder de honden! Ze moeten medisch geschikt zijn en over de juiste attitude beschikken. Als dat allemaal OK is, moeten ze oefenen, heel veel oefenen. Bij het Belgisch Centrum voor Geleidehonden proberen we dit op een professionele manier zo efficiënt mogelijk te doen. We houden ons bezig met iedere fase in dit traject: van pup tot geleidehond. Zo zijn wij dagelijks bezig met:
Het volledige traject tot geleidehond duurt gemiddeld 2 jaar, waarvan 6 tot 8 maanden opleiding bij ons in het centrum.
Omdat gedrag voor een stuk erfelijk bepaald is, kweken wij een aantal van onze honden zelf. De andere honden worden aangekocht volgens vooropgestelde criteria. De rassen waar we voornamelijk mee werken zijn labrador- en golden retrievers. We selecteren de beste moeder- en vaderhond en laten moeder bevallen in een huiselijke omgeving in ons breedingcentrum. Daar verblijven de pups gedurende de eerste 8 weken. Tijdens deze periode leren de pups gewoon worden aan verschillende prikkels en situaties: ze leren omgaan met mensen, geluiden en maken zelfs hun eerste ritje in de auto. Ook medisch worden de pups voor verschillende aandoeningen getest.
Na 8 weken verhuizen onze pups naar een pleeggezin. Hier leren ze alle basiscommando’s en worden ze verder gesocialiseerd. Geleidehonden in opleiding mogen overal mee naartoe: van de supermarkt tot de cinema. Via wetgeving is bepaald dat ze niet geweigerd mogen worden. Maar naast al dat harde werk knuffelen en spelen de pleeggezinnen natuurlijk ook met de jonge honden. Tijdens de maandelijkse puppydagen zien ze hun broers en zusjes terug.
Na ongeveer een jaar start de hond zijn opleiding in ons trainingscentrum. Dat is vaak even wennen, maar door de huiselijke omgeving en door omringd te zijn door andere honden – hun 'medestudenten' - en onze conciërge, geraken ze snel gewend.
Vervolgens starten ze aan het uitgebreide schooltraject. Eerst wordt er gewerkt aan de basiscommando’s en verder gesleuteld aan gewenning van prikkels. Dan leren ze dat ze één geheel vormen met hun instructeur wanneer ze hun harnas dragen. Dat is erg belangrijk, ze worden getraind om een verlengde te zijn van hun toekomstig baasje. Eigenlijk leren ze dat ze 2 meter groot en 1 meter breed zijn. Op die manier zal de persoon nergens tegen botsen. Ze leren ook obstakels vermijden en geven stoepranden, trapleuningen en andere zaken aan.
Erg moeilijk wordt het voor de honden als ze een commando moeten weigeren bij een gevaarlijke situatie. Als de geleidehondgebruiker vraagt om door te lopen en de straat over te steken op het moment dat er een auto of een fietser aankomt, dan moet de hond dit commando weigeren. Hij doet dit door te blijven wachten of door zichzelf voor de persoon te plaatsen, waardoor de persoon merkt dat het niet veilig is.
Na de intensieve training weet de instructeur perfect wat de hond kan en welk karakter hij of zij heeft. Om deze reden zoeken wij ook altijd het beste baasje voor onze hond en niet omgekeerd. Sommige slechtziende en blinde personen hebben een zeer actief leven, andere dan weer wat minder. Hetzelfde met onze honden. Sommige houden ervan om uren te werken, anderen zijn wat sneller vermoeid.
Het combineren van het team tussen mens en hond, noemen we de ‘matching’.
Wanneer we denken de beste combinatie te hebben gevonden, verblijft de geleidehondgebruiker 2 weken bij ons op het centrum. Tijdens de zogenaamde ‘class’ gaat de blinde of slechtziende persoon samen met zijn gematchte hond in opleiding. Alles wordt bestudeerd, van de dagelijkse verzorging tot de raskenmerken tot uiteindelijk het geleidewerk.
Langzaamaan groeit er een band van vertrouwen tussen de twee. Wanneer ze na 2 weken aan elkaar gewoon zijn en met elkaar hebben leren werken, wordt er nog een tijd intensief getraind thuis bij het nieuwe baasje. Hier leren ze de vaste routes van de geleidehondgebruiker. Vanaf dat moment begint hun leven samen.
Nadat de hond is opgeleid, start zijn werk als geleidehond. Jaarlijks brengt zijn instructeur een bezoek om te kijken of het duo nog optimaal samenwerkt. Soms, door een verhuis of een verandering van werk, moet er opnieuw getraind worden en wordt hij bijgeschoold. Dit gedurende zijn volledige carrière.
Als de instructeur, tijdens deze nazorg, merkt dat het geleidewerk niet meer vlot en veilig verloopt, wordt er beslist om de hond op pensioen te laten gaan. Geleidehonden werken gemiddeld zo’n 8 jaar. In overleg met de geleidehondgebruiker, zoekt het BCG een plekje waar hij kan genieten van zijn welverdiend pensioen. De geleidehondgebruiker kan dan kiezen of hij een nieuwe geleidehond wil.
De laatste fase van de verbouwing van het Belgisch Centrum voor Geleidehonden 3.0 is ingeluid door de onvermoeibare inzet van vrijwilligers en de steun van particuliere schenkers, bedrijven en serviceclubs. We spraken met Arthur Vandebosch over de voortgang van dit uitdagende project.
lees meerIn 2020 begon het gezin Veughs – de Wilde aan hun avontuur als pleeggezin. Ondertussen zijn we 3 jaar verder en heeft het gezin, na Elbi en Yello, net hun derde pupje gekregen genaamd Ianco.
lees meerMia en Erwin zijn pleeggezin voor pup in opleiding Perro. Ze werden geïnterviewd door enkele leerlingen van Mosa-RT over hoe het is om een BCG-pup in huis te hebben. Lees hier het volledige artikel!
lees meerBlijf op de hoogte over de geleidehonden, de activiteiten en onze acties! Ontvang 1 keer per maand nieuws, weetjes, spaartips, promotiemateriaal en foto's van mede-spaarders.